Huisartsen en ziekenhuizen: Om op correcte wijze testen voor SARS-CoV-2 aan te vragen (zodat de informatie doorstroomt naar de centrale databank en contactopvolging gestart kan worden), moeten huisartsen en artsen in het ziekenhuis gebruik maken van eFormulieren. De formulieren werden geïntegreerd in de softwarepakketten (Elektronisch Medisch Dossier) van huisartsen en ziekenhuizen. Voorbeelden van hoe die formulieren eruit zien, vindt u hieronder. Indien u problemen ondervindt met de eFormulieren, gelieve contact op te nemen met uw ICT-dienst of helpdesk van uw software provider.
Collectiviteiten: verantwoordelijke artsen van collectiviteiten kunnen voor het voorschrijven van testen ook gebruik maken van de collectivity tool. Meer informatie
Voor algemene informatie over organisatie van de ambulante praktijk en maatregelen bij zorg voor patiënten zonder verdenking op COVID-19, zie voorzorgsmaatregelen
Infectiepreventie en persoonlijk beschermingsmateriaal (PBM)
De aanbevelingen voor het gebruik van maskers in zorginstellingen zijn aangepast aan het beheersniveau dat door de RAG voor luchtwegaandoeningen is vastgesteld en worden beschreven in een document dat op 18/03/2023 door de RMG is gepubliceerd.
Strenge handhygiëne blijft belangrijk:
tussen alle patiënten
onmiddellijk na het verwijderen van PBM
De verzorger moet vermijden om met de handen (handschoenen) het gezicht, de ogen of de mond aan te raken.
Voor de algemene bevolking is het dragen van een masker niet verplicht, maar het wordt wel aangeraden bij ademhalingssymptomen als de symptomatische persoon niet thuis kan blijven, of bij een COVID-19 positieve test (zie RAG advies 5/04/2023).
Algemeen gelden de bestaande procedures die worden toegepast bij een overlijden ten gevolge van een andere acute luchtweginfectie, zoals griep. Een virus overleeft over het algemeen niet op een overledene. Maar tot kort na het overlijden is een overledene nog wel besmettelijk. Bij lage temperaturen door koeling van het lichaam en hoge luchtvochtigheid kan een virus nog tot drie dagen na overlijden aanwezig zijn.
Eerstegraadsverwanten moeten de kans krijgen om waardig afscheid te nemen, maar bezoek aan de overledene moet beperkt worden, waarbij vermeden moet worden dat de patiënt aangeraakt wordt en persoonlijk beschermingsmateriaal correct gedragen wordt.
Voor het overbrengen van het lichaam wordt een volledig gesloten ondoordringbare lijkzak1 gebruikt. Bij overlijden in het ziekenhuis, wordt het lichaam in deze eerste lijkzak geplaatst door personeel van het ziekenhuis. Diegenen die de handelingen met het lichaam uitvoeren, moeten volledige persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken: chirurgisch masker, handschoenen, waterbestendige schort en bril.
Vóór het verplaatsen moeten katheters, lijnen en andere tubes verwijderd worden. Hierbij moet men verzekeren dat lichaamsvloeistoffen die uit openingen lekken, gestopt worden2.
Vóór het verplaatsen wordt aangeraden om mond-, neus- en keelholte te desinfecteren en op te stoppen.
Het buitenoppervlak van de lijkzak wordt ontsmet eens het lichaam erin werd overgebracht.
Repatriëringen van het lichaam zijn slechts in uitzonderlijke situaties toegestaan. Indien het lichaam toch naar het buitenland kan vervoerd worden, moet het lichaam in een hermetische kist (met zinken binnenkist) vervoerd worden en moet er gemeld worden dat het gaat om vervoer van een lichaam na overlijden aan een besmettelijke ziekte.
Er wordt aangeraden de lijktooi te beperken tot het gelaat. Hierbij dienen handschoenen, een waterbestendige schort, chirurgisch masker en spatbril gedragen te worden.
Indien er een pacemaker aanwezig is moet deze worden verwijderd3 met gebruik van volledige PBM: chirurgisch masker, handschoenen, waterbestendige schort en bril. Balsemen van het lichaam wordt sterk afgeraden.
[1] Resistent aan bloed en lichaamsvloeistoffen en barrière voor virussen volgens ISO 16603 — biodegradeerbaar volgens Norm EN 1342.
[2] Gebaseerd op: World Health Organization (2020). Infection prevention and control for the safe management of a dead body in the context of COVID-19: interim guidance, 24 March 2020..
[3] Dit kan uitgevoerd worden door een arts of een begrafenisondernemer met de noodzakelijke PBM. Indien de pacemaker niet wordt verwijderd, moet op het model IIIC of D ‘contra-indicatie voor crematie’ worden aangeduid..
Elk sterfgeval ten gevolge van mogelijke of bevestigde COVID-19 moet verplicht gemeld worden.
Bij overlijden in het ziekenhuis gebeurt die melding via de Surge Capacity Survey. Bijkomend moet ook voor overleden patiënten de “ontslag” sectie van de klinische ziekenhuis-surveillance worden ingevuld die online te vinden is.
Bij het overlijden van een mogelijk of bevestigd geval van COVID-19 moet de arts op het overlijdensattest (Model IIIC of IIID) op strook A bij rubriek ‘bezwaar tegen schenking lichaam (2)’ “ja” aankruisen (zie voorbeeldformulier hieronder). Kisting in een hermetische doodskist is niet noodzakelijk.
Op de strook A moet gespecifieerd worden dat het gaat om een (mogelijk) overlijden aan COVID-19 (zie voorbeeldformulier hieronder).
Voor elk bevestigd geval van COVID-19 moet contactopvolging gebeuren, zodat de nauwe contacten in quarantaine geplaatst kunnen worden. Dit gebeurt meestal door een centraal call center dat eventueel de hulp kan inschakelen van bedrijfsartsen, verantwoordelijke artsen van collectiviteiten of CLB’s (contactopvolging op school). Bij de melding van het resultaat kan de arts ook al zelf aan de huisgenoten van zijn patiënt vragen om in quarantaine te gaan, zodat er geen tijd verloren gaat.
De contactopvolging wordt automatisch geactiveerd bij een positief testresultaat (PCR of antigentest). Hiervoor moet er wel een correct telefoonnummer beschikbaar zijn van de patiënt of van een vertrouwenspersoon, bv. voor kinderen of gehospitaliseerde patiënten. Dit telefoonnummer wordt door de arts ingegeven in het eFormulier, of door de patiënt zelf in de reservation tool bij het maken van een afspraak voor de test. Een positief resultaat van een antilichaam-test activeert geen contactopvolging aangezien deze pas later in het verloop van de ziekte gedetecteerd kunnen worden (m.a.w. na de besmettelijke periode).
Personen die de CoronAlert app gebruiken, kunnen hun test linken met de app door het invullen van een code uit de app in het reservatieformulier. Ze ontvangen dan het testresultaat in hun app. Bij een positief testresultaat wordt hen om toestemming gevraagd om bijkomend nauwe contacten via de app te verwittigen. Klik hier voor meer informatie over de app.
Indien de arts een elektronisch formulier invult, moet de patiënt (of zijn naasten) op de hoogte gebracht worden dat hij/zij door het callcenter kan worden gebeld. De patiënt denkt best al na over met welke personen hij/zij de afgelopen dagen in contact is geweest. Dit formulier kan daarbij helpen.
In sommige gevallen kunnen de maatregelen voor contacten al genomen worden vóór het testresultaat gekend is. Dat gebeurt best indien er een sterk vermoeden is van COVID-19 op basis van een duidelijke epidemiologische link met een ander bevestigd geval en/of het vertonen van typische symptomen zoals anosmie. De arts vult dan het eFormulier in met de naam “Directe aanvraag contactopvolging bij zeer sterk vermoeden van besmetting COVID-19, onafhankelijk van het laboresultaat”. Indien het resultaat negatief is, maar de arts oordeelt dat contactopvolging toch noodzakelijk is, kan hij dat aangeven via het eFormulier “COVID-19: Aanvraag contactopvolging bij negatief labo-onderzoek SARS-CoV-2”.
De verzamelde gegevens worden op een strikt vertrouwelijke en beveiligde manier behandeld. Advies werd ingewonnen van de Gegevensbeschermingsautoriteit en goedkeuring werd verkregen van het Informatieveiligheidscomité.
Alle testen uitgevoerd buiten de indicaties voor terugbetaalde testen zijn voor rekening van de geteste persoon of de entiteit die het initiatief nam, zoals :
Voor vertekkende reizigers, indien vereist door het land van bestemming;
Voor het bekomen van een negatief testcertificaat, bv. voor het verkrijgen van een Covid Safe Ticket;
In het kader van herhaalde screenings, bv. op de werkplek, of eenmalige screenings, andere dan die vermeld in de rubriek 'Door het RIZIV terugbetaalde testen'.
In de huidige fase van de epidemie wordt het testen door een zorgverlener (met een snelle antigeentest of PCR) niet langer aanbevolen voor symptomatische personen die aan gevalsdefinitie voldoen.
Voor symptomatische personen wordt een zelftest echter nog steeds aanbevolen, vooral bij contact met kwetsbare personen. Een positieve zelftest moet niet worden bevestigd door een PCR-test of een RAT.
Door een huisarts voorgeschreven en uitgevoerde testen voor de algemene bevolking worden niet langer vergoed. Enkele uitzonderingen hierop worden opgelijst in het hoofdstuk ‘Testvoorschrift’.
Hoog-risicocontacten worden in de huidige fase van de epidemie niet getest
In zorginstellingen
De teststrategie die in de zorginstellingen moet worden gevolgd, wordt beschreven in het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 12 mei 2023, en is sinds 14 juni 2023 van toepassing.
Reizigers
Voor de testindicaties bij reizigers die uit een risicogebied komen/terugkeren, zie de rubriek Reizigers.
Testen ten laste van de initiatiefnemer
Alle testen uitgevoerd buiten de indicaties voor terugbetaalde testen zijn voor rekening van de geteste persoon of de entiteit die het initiatief nam, zoals :
Voor het bekomen van een negatief testcertificaat, bv. voor vertekkende reizigers, indien vereist door het land van bestemming;
In het kader van herhaalde screenings, bv. op de werkplek, of eenmalige screenings, andere dan die vermeld in de secties hierboven.
Voor de meeste patiënten volstaat symptomatische behandeling. Paracetamol blijft de eerste keuze voor behandeling van pijn en koorts, de gebruikelijke (contra-) indicaties voor NSAIDs blijven geldig.
De volgende behandelingsrichtlijnen werden opgesteld door verschillende wetenschappelijke verenigingen en kunnen als leidraad dienen. Het updaten hiervan is niet de verantwoordelijkheid van Sciensano.
Als de patiënt thuis blijft vanwege respiratoire symptomen, vraag hem dan opnieuw contact op te nemen:
indien de symptomen verergeren;
indien er nieuwe symptomen optreden;
op het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid indien de symptomen aanhouden.
Sommige patiënten kunnen langdurig (meerdere weken/maanden) symptomen van COVID-19 blijven vertonen. Het KCE vatte de belangrijkste elementen samen hoe patiënten met langdurige COVID geholpen kunnen worden.
Indien er op basis van klinische beoordeling en/of epidemiologische koppeling een vermoeden van COVID-19 bestaat, dient dit niet meer door een PCR of RAT test te worden bevestigd. Zelftesten wordt echter nog steeds aanbevolen. Een positief resultaat moet niet langer worden bevestigd door PCR of RAT. Voor meer informatie, zie het onderdeel RAT/PCR.
Houd er rekening mee dat virale uitscheiding maximaal lijkt te zijn rond het begin van de symptomen en dit gedurende slechts enkele dagen. PCR-testen, en snelle Ag testen bij symptomatische personen, hebben in het algemeen een hoge gevoeligheid, maar een vals-negatief resultaat is niet uitgesloten. De gevoeligheid is in het algemeen hoger voor PCR-testen, maar wordt ook beïnvloed door de manier van staalafname. Serologie, beeldvorming (CT Thorax), biochemie en eventueel herhaalde staalname (bv. in ziekenhuissetting op BAL-vocht) kunnen bijkomende informatie opleveren.
Aanpak van mogelijke en bevestigde COVID-19 gevallen
In de huidige fase van de epidemie wordt het testen door een zorgverlener (met een snelle antigeentest of PCR) niet langer routinematig aanbevolen voor iedereen die symptomen vertoont (zie gevalsdefinitie). Zelftesten wordt echter nog steeds aanbevolen. Een positief resultaat moet niet langer worden bevestigd door PCR of RAT. De huisarts heeft de mogelijkheid om een positief resultaat van een zelftest direct als een positieve snelle antigeentest (RAT) te registreren. Als het resultaat van de zelftest positief is, gelden de aanbevelingen voor een positief geval (zie isolatie).
De behandeling van COVID-19 is hoofdzakelijk symptomatisch.