Gehospitaliseerde patiënten die voldoen aan de definitie van een mogelijk geval EN waarbij de CT-Thorax suggestief is voor COVID-19, maar de PCR-test negatief is. De serologie wordt uitgevoerd minstens 7 dagen na het begin van de symptomen.
Ambulante of gehospitaliseerde patiënten die een langdurig klinisch beeld suggestief voor COVID-19 vertonen, maar waarvan de PCR-test negatief is, of die niet getest konden worden binnen de 7 dagen na het begin van de symptomen. De serologie wordt minstens 14 dagen na het begin van de symptomen uitgevoerd.
Patiënten met een atypische klinische presentatie, in het kader van de differentiële diagnose. De serologie wordt uitgevoerd minstens 14 dagen na het begin van de symptomen.
Om de serologische status te onderzoeken bij het zorgpersoneel en het personeel in de ziekenhuizen/diensten en andere collectiviteiten, met een hoog risico op blootstelling aan COVID-19 (COVID-afdelingen of rusthuizen).
Patiënten waarbij de PCR-test een lage virale lading aantoont, om het onderscheid te maken tussen een recente of oude infectie (zie interpretatie PCR). Let op: de test is in deze indicatie niet terugbetaald (meer info ivm terugbetaling).
Voor de zorgverleners in direct contact met de patiënten (niet onthaalmedewerkers) verdient het de voorkeur om een beschermschort (type ‘witte doktersjas’) te dragen of specifieke werkkledij te voorzien die voor het naar huis gaan gewisseld wordt.
Dagelijks wordt schone werkkledij voorzien. Indien macroscopische bevuiling, dient deze kledij onmiddellijk gewisseld te worden.
De kledij wordt gewassen met het gebruikelijke wasmiddel op een zo hoog mogelijke temperatuur (60°). .
Deze kledij heeft best korte mouwen zodat correcte handhygiëne toegepast kan worden en zo nodig de onderarmen mee gewassen kunnen worden.
Een bijkomende éénmalige waterbestendige/hydrofobe beschermschort is slechts noodzakelijk bij risico op bevuiling met lichaamsvochten.
Een spatbril biedt (enkel) bijkomende bescherming indien er mogelijkse spatten van lichaamsvloeistoffen kunnen optreden, bijvoorbeeld bij het klinisch onderzoek van de mondholte.
De spatbril kan eventueel vervangen worden door een gezichtsscherm (face shield).
Er kan voor gekozen worden de spatbril / face shield gedurende het volledige consultatieblok aan te houden. Indien het verwijderd wordt, moeten de handen nadien ontsmet worden.
Het gebruik van handschoenen vervangt een correcte handhygiëne niet. De gebruikelijke regels voor correcte handhygiëne dienen toegepast te worden (geen juwelen of polshorloges, zuivere kortgeknipte nagels).
De handen dienen ontsmet (met handalcohol) of gewassen met zeep te worden onmiddellijk na elk fysiek contact met de patiënt.
Handschoenen bieden enkel een bijkomend voordeel indien er contact met lichaamssecreties van de patiënt geanticipeerd wordt. Na het verwijderen van de handschoenen dient men opnieuw handhygiène toe te passen.
De aanbevelingen voor het gebruik van maskers in zorginstellingen zijn aangepast aan het beheersniveau dat door de RAG voor luchtwegaandoeningenis vastgesteld en worden beschreven in een document dat op 18/03/2023 door de RMG is gepubliceerd.
Indien correct gebruikt, vormen persoonlijke beschermingsmiddelen een aanvulling op de maatregelen voor de organisatie van de praktijk. Ze vervangen deze echter niet.
Welk type persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn, hangt niet af van het beroep van de zorgverlener maar van de activiteit en de daaraan verbonden potentiële blootstelling.
Het is essentieel om de ruimtes regelmatig te verluchten. Continue ventilatie verdient de voorkeur (bv. dmv. open kantelramen of dmv. mechanische ventilatie aan hoog debiet met vermijden van hercirculatie). Een CO2-meter helpt om de kwaliteit van de binnenlucht te bewaken.
Reinig alle ruimtes minstens dagelijks.
Ontsmet oppervlakken (van onderzoekstafel, deurklinken, bureau…) met het ontsmettingsmiddel dat u gewoonlijk gebruikt (het coronavirus wordt geïnactiveerd door zeep en bijna alle gebruikelijke ontsmettingsmiddelen).
Bleekwater kan worden toegevoegd om te desinfecteren. De oplossing moet een concentratie van 0,1% NaOCl bevatten. Dit komt overeen met bleekwater (=javel) dat 25 tot 50 keer verdund is, afhankelijk van de chlooroplossing die in de handel beschikbaar is (dit kan variëren tussen 8 en 15 chlorometrische graden). Daarom,
Indien men bleekwater van 8° chloor gebruikt: 40 ml bleekwater (ofwel 4 dessertlepels, ofwel 8 koffielepels) toevoegen aan een fles met 1 liter kraanwater op kamertemperatuur (+18°–25°C).
Indien men bleekwater van 15° chloor gebruikt: 20 ml bleekwater (ofwel 2 dessertlepels, ofwel 4 koffielepels) toevoegen aan een fles met 1 liter kraanwater op kamertemperatuur (+18°–25°C).
Laat dit inwerken gedurende minstens 5 minuten. Vergeet niet om gedurende deze tijd de restanten bleekwater en kraanwater weg te gooien in het toilet. Spoel vervolgens de verschillende oppervlakken met koud water. Aarzel niet om een ander schoonmaakproduct te gebruiken indien het materiaal van het oppervlak niet compatibel is met bleekwater.
High-touch oppervlaktes (deurklinken, lichtschakelaars…) kunnen frequenter gereinigd worden.
Voorwerpen en medisch materiaal die in contact kwamen met de patiënt (bv. Stethoscoop, gewichten voor oefentherapie bij kinesist) worden na gebruik gereinigd en gedesinfecteerd.
Bij zichtbare bevuiling met lichaamssecreties van een patiënt (bv. na niezen) moet het voorwerp / oppervlak onmiddellijk gereinigd en vervolgens gedesinfecteerd worden (met verdund bleekwater, alcohol 70% of een ander gebruikelijk ontsmettingsmiddel).
Laat de patiënt (en begeleider) de handen ontsmetten met alcoholgel bij het betreden van de praktijk.
De basisregel is dat er zo min mogelijk patiënten in de wachtzaal aanwezig zijn. Indien de wachtzaal gedeeld wordt tussen verschillende zorgverleners, probeer dan bij voorkeur consultaties niet op hetzelfde uur te laten starten.
Plaats de stoelen in de wachtzaal op een afstand van 1,5m van elkaar.
Het is wenselijk tijdschriften en speelgoed in de wachtzalen te vermijden.
Indien de praktijk beschikt over onthaalmedewerkers, kunnen die eventueel beschermd worden door een plexischerm.
In de wachtzaal hangt of staat best een CO2-meter om de kwaliteit van de binnenlucht te monitoren.