Deze pagina bevat documenten die door verschillende wetenschappelijke organisaties zijn opgesteld om artsen te begeleiden bij de behandeling van COVID-19 patiënten.
Het updaten van deze richtlijnen is niet de verantwoordelijkheid van Sciensano.
(De datum van publicatie is de referentiedatum).
Behandeling van gehospitaliseerde patiënten (02/12/2020):
Goed gebruik van zuurstof bij COVID-19 patiënten na ontslag uit het ziekenhuis of verblijvend in woonzorgcentra [gecoördineerd door FAGG] (20/05/2020):
Kinderen met een positieve test OF kinderen <6 jaar met symptomen en met een bevestigd geval in het gezin.
10 dagen na het begin van de symptomen (=isolatie periode), op voorwaarde dat zij gedurende de laatste 3 dagen geen koorts hebben gehad EN dat de symptomen aanzienlijk verbeterd zijn. Voor asymptomatische kinderen, 10 dagen na datum afname van de test.
Kinderen waarbij COVID-19 mogelijk of bevestigd is, en die in het ziekenhuis zijn opgenomen.
Na overleg met de behandelende arts en minstens 10 dagen na het begin van de symptomen.
Kinderen in quarantaine (na nauw contact met COVID-19)
Kinderen die een nauw contact hebben gehad buiten het gezin (bv. contact op school, of contact met iemand die niet onder hetzelfde dak woont).
Asymptomatische kinderen : terugkeer na maximale quarantaine periode of vroeger indien een eerste negatieve test. Indien een positief testresultaat bekomen wordt, start de isolatieperiode (zie hierboven).
Symptomatische kinderen :
≥ 6 jaar OF < 6 jaar en HRC buiten het gezin (bv. op school): kind wordt getest
Negatief: quarantaine kan beëindigd worden
Positief: start van de isolatie periode
Kinderen die een nauw contact hebben gehad binnen het gezin
Asymptomatische kinderen met blijvende blootstelling (indexgeval kan zich niet isoleren, bv. besmette ouder): quarantaine kan beëindigd worden op het einde van de isolatieperiode van het indexgeval, op voorwaarde dat een negatief testresultaat van dat moment beschikbaar is. Een bijkomende test moet nog steeds gebeuren 7 dagen na de laatste blootstelling, dus 7 dagen na het beëindigen van de isolatieperiode van het indexgeval ('D17'). Indien de ouders verkiezen een kind <6 jaar niet te laten testen, bedraagt de quarantaineperiode de volledige isolatieperiode van het indexgeval, gevolgd door nog 10 dagen quarantaine.
Indien het indexgeval zich volledig kan isoleren van het kind (bv. ouder verlaat gezinswoning tijdens isolatieperiode), duurt de quarantaine tot 10 dagen na de laatste blootstelling, of tot bekomen van een negatief resultaat voor de test op dag 7.
(Bij ontwikkelen van symptomen, zie hierboven)
Opmerking
In de week volgend op het beëindigen van de quarantaine (in totaal 14 dagen na het laatste risico contact), is extra waakzaamheid geboden en moeten contacten met kwetsbare personen (bv. grootouders) vermeden worden.
Een hoog-risicocontact is in hoofdzaak een persoon met een gecumuleerde contacttijd over een dag van minstens 15 minuten binnen een afstand van <1,5 m (face-to-face), bijvoorbeeld in een gesprek of door fysiek contact, waarbij er geen mondmasker gedragen werd dat mond en neus bedekte. Dit zijn bijvoorbeeld vrienden waarmee men samen gegeten heeft en geen afstand heeft gehouden. De maatregelen voor hoog-risico contacten worden hier samengevat.
Een laag-risicocontact is iedereen die zich in dezelfde gesloten kamer/omgeving bevond als het COVID-19 geval, maar zonder cumulatieve contacttijd gedurende ten minste 15 minuten binnen een afstand van <1,5 m. Dit geldt voor de leerkrachten en klasgenoten/andere vrienden.
Indien er een blootstelling was van >15 minuten op <1,5 maar waarbij gedurende de hele tijd een masker over mond en neus gedragen werd door beide partijen, wordt dit beschouwd als een laag risico contact. Personen met een laag-risico mogen verder naar school gaan en hun gebruikelijke activiteiten verderzetten, maar moeten contact vermijden met personen die een verhoogd risico hebben op een ernstig verloop van de ziekte (bv. grootouders).
Bij grotere clusters (bv. 4 gevallen binnen de groep) kunnen de regionale gezondheidsinspecties beslissen om uitgebreidere maatregelen toe te passen en bv. de hele klas als hoog-risicocontact te beschouwen.
- Sedert 8 november 2021 zullen de Vlaamse CLB's tijdelijk beperktere maatregelen nemen voor kinderen <12 jaar. Voor meer informatie: zie hier.
- De contactopvolging in het Franstalig onderwijs verloopt met medewerking van het call center en wijkt in beperkte mate af van de algemene regels die hieronder voorgesteld worden. Voor uitgebreide praktische informatie voor het Franstalig onderwijs kan u hier terecht.
Als éénkindin het lager onderwijs een bevestigd geval van COVID-19 is, worden de andere kinderen in de klas, evenals de leerkracht, beschouwd alscontactpersonen met een laag risico. Kinderen mogen na een laag-risico contact verder naar school gaan en deelnemen aan andere activiteiten. Ze moeten wel contact vermijden met personen met een hoog risico op ernstig verloop van COVID-19 (bv. grootouders).
Als de leerkracht een bevestigd COVID-19 geval is, zullen de leerlingen van zijn/haar vaste klas meestal hoog-risico contacten zijn. De leerkracht loopt immers rond, kan niet steeds afstand houden en mondmaskers zijn in de lagere school niet aangeraden. Indien een gedetailleerde risico-analyse wel mogelijk is, worden alleen kinderen met een blootstelling van meer dan 15 minuten op minder dan 1,5m afstand beschouwd als hoog-risicocontacten.
Indien er in een klas meer dan één besmetting is binnen een periode van 7 dagen, worden alle leerlingen en de leerkracht beschouwd als hoog-risico contacten tenzij het epidemiologisch onderzoek zou aantonen dat de besmettingen waarschijnlijk buiten de klas werden opgelopen (bv. via besmette huisgenoten).De gehele klas gaat in quarantaine en wordt getest.
Deze beslisbomen werden nog niet aangepast aan de nieuwe regels die in werking treden op 10 januari 2022.
De beslisbomen geven een beknopt overzicht van de quarantaine/isolatie- en testmaatregelen voor ongevaccineerde personen in verschillende situaties.
De uitgebreide uitleg bij elke stap en de uitzonderingen (bv. voor gevaccineerde personen) zijn opgenomen in de verschillende bovenstaande secties.
Kinderen jonger dan 12 jaar (kinderopvang – kleuterklas - lagere school)
Kinderen vanaf 6 jaar met mogelijke symptomen van COVID-19 moeten steeds getest worden.
Kinderen <6 jaar worden getest bij ernstige symptomen of bij milde symptomen én een recent contact met een bevestigd geval van COVID-19 (hoog of laag risico).
In afwachting van het testresultaat blijft het kind thuis. Bij een negatief testresultaat kan het kind terug naar school/kinderopvang.
Bij een positief testresultaat start de periode van 7 dagen isolatie + 3 dagen voorzichtigheid en start contactonderzoek rond het kind.
In geval van hoog-risicocontact omwille van een huisgenoot met COVID-19:
Kinderen met een recente infectie (<5 maanden geleden) moeten, net als volwassenen, niet in quarantaine maar moeten wel bijzondere voorzorgen nemen. Dit houdt bv. in het strikt dragen van een mondmasker in binnenruimtes (voor kinderen vanaf 6 jaar) en beperken van contacten, in het bijzonder met risicogroepen.
De andere kinderen volgen de regels voor niet-gevaccineerde hoog-risicocontacten. Kinderen mogen de quarantaine wel steeds (en uitsluitend) verlaten om naar school of de crèche te gaan. Kinderen jonger dan 6 jaar moeten nooit een mondmasker dragen.
Zodra een kind mogelijke symptomen van COVID-19 vertoont, moet het getest worden door een zorgverlener. Indien het kind niet getest wordt, wordt het beschouwd als een bevestigd geval. Dit wordt doorgegeven aan de kinderopvang/school en het kind dient 7 dagen in isolatie te blijven.
In geval van risicocontact in de crèche/kinderopvang/school
Alle leden van de groep worden beschouwd als laag-risico contact.
Laag-risico contacten moeten getest worden indien ze mogelijke symptomen van COVID-19 vertonen.
Er is géén automatische activatie meer van de noodremprocedure. In uitzonderlijke gevallen kan wel nog overgegaan worden tot het sluiten van een klas na overleg tussen medisch verantwoordelijken en directie.
In geval van blootstelling in een andere context (bv. sportclub, niet inwonend familielid of vriend...):
Het kind wordt beschouwd als een laag-risicocontact en moet getest worden bij mogelijke symptomen van COVID-19.
Er is een wettelijke basis voor het verplichten van quarantaine. Krachtens de regionale wetgevingen betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, kan bij niet naleving van de opgelegde maatregelen tot afzondering, een proces verbaal volgen met eventuele strafvervolging en een geldboete tot 500 euro.
In principe wordt een getuigschrift van quarantaine opgesteld door medewerkers van het call center die dat doen op autoriteit van de Regionale Gezondheidsinspecteurs. Hoog-risico contacten kunnen zelf dat quarantainecertificaat voor hun werkgever downloaden (maximale duur 10 dagen) via Mijngezondheid, aan de hand van de code die ze van het call center krijgen. De persoon kan (tele)werken, maar zich niet naar zijn werkplek begeven. Meer informatie hierover is beschikbaar op de website van het RIZIV.
Indien de behandelend arts een sterk vermoeden heeft dat het COVID-19 betreft, kan hij/zij in afwachting van het testresultaat ook al aan de huisgenoten vragen om zoveel mogelijk thuis te blijven (bv. telewerken indien mogelijk). De arts kan hiervoor een tijdelijk getuigschrift van quarantaine opstellen, bv. voor 48u, totdat het testresultaat gekend is. Indien het testresultaat positief is en de arts dit met de patiënt bespreekt, kan hij eventueel al de quarantaine-certificaten (die geïntegreerd zijn in de EMDs) opstellen voor de huisgenoten indien hij ook hun huisarts is.
De werknemers uit de particuliere sector en de ambtenaren aan wie gevraagd wordt om in quarantaine te gaan, kunnen nog steeds een loon/wedde ontvangen, op voorwaarde dat telewerk mogelijk is. Indien dat niet mogelijk is, kunnen de werknemers uit de particuliere sector een tijdelijke werkloosheidsuitkering wegens het coronavirus ontvangen op basis van het geneeskundig quarantainegetuigschrift dat ze aan de werkgever bezorgen. Dit getuigschrift kan worden gebruikt tot het einde van de voorziene periode voor het specifieke stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens het coronavirus. Meer info over het stelsel van tijdelijke werkloosheid vindt u hier.
De zelfstandigen die in quarantaine worden geplaatst en die hun activiteit gedurende tenminste zeven opeenvolgende kalenderdagen stopzetten, kunnen via hun socialeverzekeringsfonds een overbruggingsrecht aanvragen.
Voor hoog-risico contacten die minder dan 5 maanden geleden een diagnose van COVID-19 kregen, en die vermoedelijk tijdelijk beschermd door immuniteit zijn na de voorgaande infectie: zie Risicocontacten na voorgaande infectie.
Voor het zorgpersoneel: aangezien er geen verplichte quarantaine na hoog-risicocontact meer is voor volledig gevaccineerd asymptomatisch zorgpersoneel, gelden er ook geen bijzondere uitzonderingen meer. De volgende voorzorgen blijven echter wel extreem belangrijk tijdens de 10 dagen na het hoog-risicocontact:
het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;
waar mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;
het respecteren van afstandsregels en altijd dragen van een FFP2 mondneusmasker op de juiste manier op de werkplek;
het beperken van het contact met andere medewerkers: in de praktijk betekent dit zoveel mogelijk gescheiden in- en uitgangen, gescheiden kleedkamers en gescheiden pauze- en eetruimten.
Indien tijdens de quarantaineperiode bij één van de huisgenoten COVID-19 bevestigd wordt, begint een nieuwe quarantaineperiode voor de asymptomatische huisgenoten die aan deze nieuwe patiënt werden blootgesteld.
Omdat kinderen onder de twaalf jaar niet systematisch getest worden na een verblijf in een rode zone, duurt de quarantaine in die gevallen tot zolang de ouders of reisgenoten >12 jaar in quarantaine zijn.