Infectiepreventie en persoonlijk beschermingsmateriaal (PBM)
- Scheid patiënten met een verdenking op COVID-19 van bij aankomst in het ziekenhuis / de praktijk van andere patiënten. Geef patiënten met verdenking van COVID-19 onmiddellijk een chirurgisch masker. Vermijd vervoer van de patiënt buiten de aangewezen kamer zoveel mogelijk. Geef de patiënt bij noodzakelijk vervoer zeker een chirurgisch mondmasker en laat hem/haar strikte handhygiëne toepassen.
- Pas correcte handhygiëne toe
- tussen elke patiënt
- onmiddellijk na het verwijderen van PBM
- De zorgverlener moet het aanraken van gezicht, ogen of mond met (gehandschoende) handen vermijden.
- Bij elke contact met een bevestigde COVID-19 patiënt / elke binnenkomst in de kamer: gebruik
- handschoenen
- schort
- face shield (of beschermingsbril) indien risico op spatten
- bij voorkeur een FFP2-masker
- Pas correcte handhygiëne toe
- Omwille van het voorzorgsprincipe, geniet een FFP2-masker de voorkeur voor
- elke zorgverlener in contact met een bevestigd geval van COVID-19
- elke zorgverlener indien er langdurig nauw contact zal zijn (>15’ op <1,5m) met een mogelijke COVID-19 patiënt die geen masker kan dragen
- tijdens aërosol-genererende procedures1(AGP)
- Chirurgische maskers blijven de aanbevolen bescherming voor het verzorgen van mogelijke COVID-19-patiënten
- in een omgeving waar er geen langdurige blootstelling is,
- of wanneer de patiënt in staat is om een masker te dragen.
- Dit is bijvoorbeeld het geval in ambulante test- en triagefaciliteiten. Regelmatig ventileren is uiterst belangrijk en nauw contact met mogelijke COVID-19 patiënten moet beperkt worden. Indien mogelijk wordt het chirurgisch masker gecombineerd met een face shield.
- Om het overdreven gebruik van mondmaskers te vermijden, wordt bij voorkeur slechts één enkel masker per shift gedragen. Indien het waarschijnlijk is dat de gezondheidswerker tijdens deze shift geconfronteerd zal worden met een AGP of een patiënt met een bevestigde COVID-19 infectie, moet er een FFP2 masker gedragen worden vanaf het begin van de shift. Het masker moet, indien beschikbaar, bedekt worden door een ‘face shield’ en kan dan gedragen worden gedurende de hele shift, ongeacht het aantal patiënten dat verzorgd wordt.
- Bij het uitvoeren van AGP bij COVID-19 patiënten worden deze indien mogelijk in een negatieve-drukkamer met ≥ 6-12 luchtveranderingen/uur geplaatst met controle van de luchtstroomrichting.
[1] Sommige aërosolgenererende procedures zijn geassocieerd met een verhoogd risico op overdracht van coronavirussen (SARS-CoV en MERS-CoV). AGPs zijn: Endotracheale intubatie; - Bronchoscopie; - Open aspiratie; - Toediening van medicatie door verneveling (zo veel mogelijk te vermijden en vervangen door het gebruik van een voorzetkamer); - Manuele beademing voor de intubatie; - De patiënt omdraaien naar buikligging; - De patiënt ontkoppelen van de beademing; - Niet-invasieve positieve drukbeademing ; - Tracheotomie; - Cardiopulmonaire reanimatie; - Bepaalde tandheelkundige ingrepen