Overlijden - Infectiepreventie
- Algemeen gelden de bestaande procedures die worden toegepast bij een overlijden ten gevolge van een andere acute luchtweginfectie, zoals griep. Een virus overleeft over het algemeen niet op een overledene. Maar tot kort na het overlijden is een overledene nog wel besmettelijk. Bij lage temperaturen door koeling van het lichaam en hoge luchtvochtigheid kan een virus nog tot drie dagen na overlijden aanwezig zijn.
- Eerstegraadsverwanten moeten de kans krijgen om waardig afscheid te nemen, maar bezoek aan de overledene moet beperkt worden, waarbij vermeden moet worden dat de patiënt aangeraakt wordt en persoonlijk beschermingsmateriaal correct gedragen wordt.
- Voor het overbrengen van het lichaam wordt een volledig gesloten ondoordringbare lijkzak1 gebruikt. Bij overlijden in het ziekenhuis, wordt het lichaam in deze eerste lijkzak geplaatst door personeel van het ziekenhuis. Diegenen die de handelingen met het lichaam uitvoeren, moeten volledige persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken: chirurgisch masker, handschoenen, waterbestendige schort en bril.
- Vóór het verplaatsen moeten katheters, lijnen en andere tubes verwijderd worden. Hierbij moet men verzekeren dat lichaamsvloeistoffen die uit openingen lekken, gestopt worden2.
- Vóór het verplaatsen wordt aangeraden om mond-, neus- en keelholte te desinfecteren en op te stoppen.
- Het buitenoppervlak van de lijkzak wordt ontsmet eens het lichaam erin werd overgebracht.
- Een rituele wassing en thuisopbaring worden verboden. Communicatie hierover met de nabestaanden dient op een eerbiedige manier plaats te vinden, eventueel via de interculturele bemiddelaars van ziekenhuizen of van de FOD volksgezondheid (https://www.health.belgium.be/nl/gezondheid/organisatie-van-de-gezondheidszorg/kwaliteit-van-zorg/interculturele-bemiddeling-de) of ombudsdiensten (https://www.health.belgium.be/nl/de-ombudsdiensten-de-ziekenhuizen-bij-de-overlegplatforms-geestelijke-gezondheidszorg).
- Repatriëringen van het lichaam zijn slechts in uitzonderlijke situaties toegestaan. Indien het lichaam toch naar het buitenland kan vervoerd worden, moet het lichaam in een hermetische kist (met zinken binnenkist) vervoerd worden en moet er gemeld worden dat het gaat om vervoer van een lichaam na overlijden aan een besmettelijke ziekte.
- Er wordt aangeraden de lijktooi te beperken tot het gelaat. Hierbij dienen handschoenen, een waterbestendige schort, chirurgisch masker en spatbril gedragen te worden.
- Indien er een pacemaker aanwezig is moet deze worden verwijderd3 met gebruik van volledige PBM: chirurgisch masker, handschoenen, waterbestendige schort en bril. Balsemen van het lichaam wordt sterk afgeraden.
[1] Resistent aan bloed en lichaamsvloeistoffen en barrière voor virussen volgens ISO 16603 — biodegradeerbaar volgens Norm EN 1342.
[2] Gebaseerd op: World Health Organization (2020). Infection prevention and control for the safe management of a dead body in the context of COVID-19: interim guidance, 24 March 2020..
[3] Dit kan uitgevoerd worden door een arts of een begrafenisondernemer met de noodzakelijke PBM. Indien de pacemaker niet wordt verwijderd, moet op het model IIIC of D ‘contra-indicatie voor crematie’ worden aangeduid..