Er is geen onderscheid meer tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden, wat de maatregelen betreft. Een gevaccineerde persoon moet ook worden getest (met PCR of RAT) als hij/zij symptomen vertoont en in isolatie worden geplaatst als de test positief is. Ook een gevaccineerd hoog-risico contact binnen het huishouden wordt aangeraden voorzorgsmaatregelen te nemen (zie maatregelen voor hoog-risico contacten).
Als een volledig gevaccineerde persoon (basisvaccinatie > 2 weken en < 5 maanden of boosterdosis > 2 weken) in het ziekenhuis wordt opgenomen, moet een staal voor moleculaire sequentiebepaling worden opgestuurd.
Milde nevenwerkingen de eerste 1-2 dagen na vaccinatie worden symptomatisch behandeld (rust, paracetamol), een SARS-CoV-2 test en isolatie zijn dan niet nodig. Bij alarmsymptomen (o.a dyspnea), andere symptomen die op COVID-19 kunnen wijzen (anosmie, hoest), recent contact met een bevestigd geval of symptomen die langer aanhouden dan 48-72u, moet medisch advies ingewonnen worden en een test voor COVID-19 uitgevoerd (antigen of PCR). Bijwerkingen kunnen hier gemeld worden.
Op basis van de meest recente publicaties in de wetenschappelijke literatuur bestaat er momenteel geen “correlate of protection” (meetbaar teken dat iemand beschermd is tegen (ernstige) ziekte, bv. titer van antilichamen). Routinematig uitvoeren van serologie bij personen die gevaccineerd werden (of vóór vaccinatie), is dan ook niet zinvol.
Heel wat bijkomende informatie en nuttige links in verband met vaccinatie (bv. adviezen van de Hoge Gezondheidsraad over vaccinatie in geval van ernstige allergie of in geval van zwangerschap) zijn te vinden op de website van de HGR en op onze pagina vaccinatie.